In de Raadsmemo van 28 juni wordt een aantal belangen genoemd, namelijk de ruimtelijke kwaliteit, toerisme en recreatie, waterkwaliteit, toegang tot de Maas in Mook, waterberging en duurzaamheid. Daarnaast wordt een traject geschetst met onder andere veldbezoeken en nog een raadsinformatieavond. Zo komen we dan tot wat wordt genoemd een eerste prioritering door de Raad.
In de informatie die we tot nog toe hebben gekregen zit een impliciete keuze die niet meer ter discussie lijkt te staat: het deelnemen van het bedrijf Eldorado aan het project. In de raadsmemo staat ook het woord recreatieplas, er staat niet bijvoorbeeld een natuurplas. Mijn eerste vraag is of het gebruik van de eventuele nieuwe plas nog open staat en dus of het inderdaad al vaststaat dat het om een recreatieplas gaat met een camping.
Wat verder opvalt in de presentaties tot nog toe is dat het college erg enthousiast lijkt. Dat in de RIA de bedrijven alleen positieve kanten van het project benoemen, is al niet zo verstandig, maar dat verwacht je van hen. Maar dat de wethouder Herings in een interview in de Gelderlander ook deze eenzijdige toonzetting kiest bevalt ons minder. Het lijkt er nu niet op dat het college ervoor gaat zorgen dat ook nadelige of discutabele kanten van het project volledig en tijdig aan de Raad zullen worden voorgelegd. Daardoor zijn die aspecten nu ook nog niet zo goed in beeld bij ons. Maar een paar kunnen we wel noemen: het vernietigen van daar nu aanwezige natuur: lange lanen met heggen, het verlies van een mooie wandelroute, dreigende verkeersdrukte, stikstofbelasting en mogelijk beperkte baten voor de gemeente.
Met andere woorden: We willen als Raad van alle, ook negatieve aspecten tijdig op de hoogte worden gesteld. En we pleiten ervoor dat ook de inwoners alle kanten van dit project open en volledig en tijdig te horen krijgen. We kunnen er niet meer van uitgaan dat inwoners zonder meer vertrouwen wat de gemeente van plan is.
De vraag is dus: hoe gaat u de eenzijdige voorlichting die er tot nu toe is compenseren en voorkomen dat veldbezoeken of raadsinformatieavonden in de toekomst maar één kant van het project belichten? Of met andere woorden hoe zorgt u ervoor dat er werkelijk een open keuze is na de voorverkenning?’